Posts

Posts uit 2010 tonen

Wat is mijn afkomst eigenlijk?

In de krant van zaterdag 12 juni las ik op de voorpagina een artikel geschreven door Hanneloes Pen en Corrie Verkerk met de titel: 'De rem is eraf in Floradorp'. In dit artikel staat: 'Stefano en de twee broers - alle drie van Surinaamse komaf - staan niet op die lijst, maar zijn wel bekenden van de politie'. Ik vraag me af hoe mevrouw Pen en mevrouw Verkerk aan deze, mijns inziens totaal overbodige en stigmatiserende, informatie gekomen zijn. Hebben zij de jongens persoonlijk naar hun paspoort, geboorteakte, verblijfsvergunning of ander officieel document gevraagd waarop zichtbaar was dat de drie van Surinaamse komaf zijn? En wat betekent van Surinaamse komaf zijn eigenlijk? Mijn vader is geboren in Paramaribo, sinds zijn 9e is hij woonachtig in Nederland. Hij heeft sinds 1975 een Nederlands paspoort en is dus Nederlands staatsburger. Mijn moeders ouders waren Fries, maar mijn moeder woonde nooit in Friesland of Suriname. Wat is mijn afkomst eigenlijk, geboren in Utrec

Huwelijk in het kwadraat

Zaterdag hadden Patrick en ik het hartstikke druk. We moesten naar twee bruiloften en nog snel ook. De eerste bruiloft had een wat serieus karakter. Er was een dress code bedacht die er niet om loog; 'tenue de ville met een roze accent'. Zaterdagochtend stond ik vroeg op en verliet het huis in de hoop nog snel een outfit te vinden die er mee door kon. Rok tot op de knie, niet te hoge hakken, geen decolleté, dames mogen een hoed dragen, het viel allemaal niet mee. Mijn versie werd een rok net iets boven de knie met een knalroze netpanty en metalic groene pumps met plateau hakken. Aangekomen in Almelo bij het stadhuis wist ik niet wat ik zag. Een grote massa mensen drong de trappen op richting ingang terwijl een ingehuurd draaiorgel 'Op de Amsterdamse grachten' speelde. In de trouwzaal was het weer dringen geblazen. Op de eerste rij zaten de directe familieleden van het bruidspaar. Op de tweede rij herkende ik de feestcommissie of zoals het in de uitnodiging gestaan had:

Hij trok zwijgend zijn mouw omhoog.

Afbeelding
Hemeltje Lief wat heb ik omgereden. Autorijden oftewel, kaart lezen, de topografie van Nederland en links of rechts uit elkaar houden daar ik ben er niet goed in. Na een lange en barre tocht door Amsterdam Noord kwamen Luna en ik eindelijk op het NDSM terrein aan. Nog even repeteerden we onze smoesjes om gratis binnen te komen. 'Luna jij bent 11, maar daar heb je het alleen over wanneer ze je er om vragen'. 'In welk jaar ben ik dan geboren?' vroeg Luna maar behalve links en rechts uit elkaar houden, kan ik ook niet rekenen dus duurde het even voordat ik zijn vraag kon beantwoorden. Aarzelend zei ik een jaartal. 'En hoe heet jij ook al weer mama?' "Hazal", zei ik zelfverzekerd, want dat was makkelijk te onthouden want lijkt op hazelnoot en dat is het lekkerste dat er is, hazelnootschuimtaart welteverstaan. Bij de gastenlijstbalie stond een rij, we namen onze posities in en ik herhaalde in het Spaans dat Luna niet zou mogen praten, ik zou het woo

Gele en witte bollen

‘Doe maar tennissokken of een pen. Tennisballen mag ook’. Wat ik me van Alfreds verjaardagen herinner is de daaraan voorafgaande zoektocht naar het onvindbare cadeau. Totdat ik besefte dat Alfred niet blij te maken is met cadeaus, want pennen, tennissokken en -ballen heeft hij in overvloed. Zo weet ik nog goed het moment dat de Herengracht leeggehaald moest worden voor de verhuizing. In de berging beneden vond ik een ton van een meter hoog propvol met oude tennisballen. Daarnaast stonden twee overvolle vuilniszakken eveneens gevuld met gebruikte tennisballen. Uit beleefdheid, je mag nou eenmaal niet andermans spullen weg kegelen zonder toestemming van de eigenaar, iedereen weet dat, vroeg ik of deze ballast mee moest naar het nieuwe huis.  Met de ton en één van de vuilniszakken onder mijn armen geklemd wrong ik me reeds door de deuropening richting het grofvuil toen het antwoord van Alfred tot mij door begon te dringen. ‘Nee, absoluut niet wegdoen, die kunnen we nog gebruiken’, spr

De laatste vraag

Gisteravond was ik op een vrouwenavond. Mijn Amerikaanse vriendin Dalia, vierde haar verjaardag door een viering van het vrouw-zijn. Van tevoren had Dalia ons gevraagd om een persoonlijk iets te schenken. Dat kon een gedicht, tekening, massage, lied of ritueel zijn. Mijn cadeau voor haar was een zelfgemaakte reeks kaartjes met teksten ter inspiratie om dagelijks aan het begin van de dag te bekijken. In de praktijkruimte op het Leidseplein waar Dalia een ruimte huurt, rook het naar verbrande salie toen ik de trappen op kwam lopen. Het bordje met de tekst “Shoes off”, maakte dat ik mijn cowboyboots uittrok en op blote voeten de ruimtes betrad. Ik ontmoette Adriana een kersverse moeder met aan haar borst Eva van 5 weken oud. Ik vroeg haar naar de bevalling. ‘Het was precies wat ik nodig had’, antwoordde ze,’ en het resultaat mag er zijn. Dat begreep ik maar ik doelde op het proces van de weeën en het persen, vaak behoorlijk intensief zoniet vreselijk pijnlijk. Adriana sprak langzaam en za

Verhuisdozen en andere chickies

Er moesten vandaag verhuisdozen ingepakt worden. Ik had daar helemaal geen zin in. Het is namelijk heel moeilijk om iets in te moeten pakken terwijl het goed mogelijk is dat je het een uur later weer nodig hebt. Zo miste ik de servetten, mijn woordenboek en de geeltjes maar vond ik daarentegen wel rietjes, kneedgum en aangebroken fles rode wijn terwijl ik een e-mail aan het beantwoorden was en de notulen moest uitwerken, altijd handig. Mijn collega Pascal begon in te pakken. Hij is daar heel goed ik, hij haalt nog net niet zijn arm over zijn bureau met de verhuisdoos onder de rand om alles erin te kieperen maar het komt in de buurt. Om de vijf minuten stond hij naast mijn bureau met een duidelijk gespeelde geëmotioneerde blik in zijn ogen. ´Mailin een cadeau in verband met je vervroegde pensioen´, of ´Hier ik weet dat je er al jaren van droomt´. Hoe zijn openingszin ook begon er volgde steevast een cadeau waar ik helemaal niet op zat te wachten. Zo ontving ik een twee jaar oude ROC

‘Dus ben ik eerlijk…’

‘Je wilt toch dat ik eerlijk tegen je ben, vroeg Duco. Carlotta draaide zich van hem weg en trok de deken met zich mee. ‘Trek niet zo en geef eens antwoord, ik vraag je iets’. Carlotta wilde geen antwoord geven. Het was haar duidelijk waar dit gesprek heen zou gaan. ‘Dus ben ik eerlijk, vervolgde Duco zijn monoloog, ik heb totaal geen zin om vandaag naar je ouders te gaan’. Duco duwde tegen haar schouder en trok aan de deken maar toen Carlotta daar niet op reageerde sprong hij plotseling uit bed. ‘Je bekijkt het maar’, hoorde Carlotta en daarna voelde ze een koude windvlaag over haar naakte lichaam glijden, ze verstijfde. Duco was op zo’n manier het bed uitgegaan dat de deken aan het voeteneind was komen te liggen. In de badkamer hoorde Carlotta duidelijk hoe hij de douchekraan opendraaide. Het water kletterde tegen de tegels. Duco had de gewoonte de kraan vast aan te zetten terwijl hij naar het toilet ging, iets waar Carlotta vaak over geklaagd had. Ze stond op, haar hele lichaa

De rest van de dag voelde Ruben zich schuldig en boos

Op scholengemeenschap De Horizon vertrokken collega’s meestal rond een uur of vijf. Deze middag zat Ruben alleen in zijn kamer achter z’n computer, zoals hij dat na het lesgeven eigenlijk altijd deed. Het lege document staarde hem verwachtingsvol aan.  Straks zou hij een bezoek brengen aan zijn vader die al een maand opgenomen was in het ziekenhuis en zo vermoedde Ruben het niet heel veel langer meer zou maken. Izaak, want zo noemde Ruben zijn vader sinds hij zelf puber was, had de leeftijd van 92 jaar bereikt. Iets dat zowel Ruben als Izaak zelf erg verbaasd had. Izaak had een wild leven geleid, niet vies van drank en tabak. Al meerdere keren hadden zijn hart en longen geprotesteerd maar telkens was door een groot wonder de boel met een sisser afgelopen.  Een maand geleden echter was het anders. Er zat een tumor in zijn longen en na de bodyscan was duidelijk geworden dat er uitzaaiingen waren die niet meer operatief verwijderd konden worden. Izaak had altijd gezegd: ‘Wanneer ik onder

Daniel wist niet wat hij moest doen

Het was kouder in Geneve dan Daniel Wijs gedacht had. Tijdens zijn vorige bezoek aan zijn baas had hij te veel kleding aangetrokken, daarom was hij op het idee gekomen om wat minder mee te nemen. Daniel vond het best stoer dat hij nu zonder de weg te vragen naar het hoofdkantoor kon reizen.  De eerste keren was hij regelmatig op de verkeerde halte uitgestapt. Daniel was iemand die geen gevoel voor richting bezat en als kind al verdwaalde hij regelmatig. Zo was hij ooit in het stadspark de weg kwijt geraakt en had voor zijn gevoel uren rond gelopen steeds langs het zelfde paadje. Totdat een oude vrouw hem aangesproken had. Zij zat met haar kleine hondje op een bank en had hem al drie keer voorbij zien lopen waarbij zijn gezicht, zo zei ze hem later, steeds droeviger geleken had. Het was Daniel al een paar keer gelukt om op verschillende manieren vanaf de halte naar het kantoor te lopen. Hij begon er plezier in te krijgen. Vandaag had hij zichzelf een doel gesteld, hij was opzettelij

Na het derde nummer stopte het danspaar

Van de buitenkant leek ‘La Sosa’ totaal niet op de foto die Charlie op internet had gezien. Daarom was ze er ook al twee keer voorbij gelopen. Pas toen de live muziek begon en het eerste danspaar de vloer betrad, herkende Charlie de sfeer waarvan ze thuis had gedacht hem hier aan te treffen. ‘La Sosa’ was een tangosalon zoals je die in documentaires zag, spiegels aan de muren, kroonluchter aan het plafond en een echte houten glimmende dansvloer. Uit de leren schoudertas die ze die ochtend op de hippiemarkt gekocht had, graaide Charlie haar pen en opschrijfboekje. Er stond al veel in maar een echt verhaal moest ze nog maken. Het leek wel of er gewoon teveel gebeurde en Charlie bang was dat wanneer ze haar ogen op het papier zou richten ze bijzondere momenten zou missen. Haar pen legde ze op de bladzijde waar ruimte was om te schrijven en klapte het boekje dicht. Hoewel Charlie in een stad was waar waarschijnlijk niemand haar woorden zou kunnen ontcijferen, wilde ze het risico niet lop

Met haar ogen tot spleetjes en haar duim tegen haar mond

“Elisabeth Dorothé Elschot”, galmt het door de stationshal. Het is een dinsdagochtend kwart voor negen wanneer Lisa op weg is naar haar werk. Het voelt alsof iemand haar plotseling een duw tegen haar schouder geeft, wanneer ze haar naam door de luidsprekers hoort vloeien. Het irriteert Lisa dat ze nu moet gaan achterhalen wat er aan de hand is terwijl ze haast heeft en in de verte haar tram klaar ziet staan. Even overweegt ze de boel te negeren maar nog voor ze zich weer in beweging kan zetten, hoort ze opnieuw haar naam en nu ook het verzoek zich bij de informatiebalie te melden. De vrouw achter de balie heeft kort grijs haar. Op het naambordje aan haar blouse leest Lisa: Hedy Rolinga. Om haar nek hangt een plastic ketting met daaraan een leesbril. Het eerste dat opvalt nadat Lisa eindelijk aan de beurt is en haar verhaal verteld heeft, is het Vlaamse accent dat de vrouw heeft. Er verschijnt een frons op het voorhoofd van Hedy en ze vraagt of het goed is wanneer ze dit even met haa