Oren te kort

Vorige week had ik een motie ingediend. Mijn voorstel was om elke dag bij LIFE! een 'flying giraffe' te hebben. Ik had erbij vermeld dat ik graag deze rol/verantwoordelijkheid op mij zou willen nemen. Meteen die dag gebeurde er van alles waarbij ik empathisch mocht luisteren of bemiddelen. Ook vandaag nam ik deze rol weer op mij. Voor mij staat voorop dat iedereen (werkzaam, studerend of ouder/opvoeder van student) bij LIFE! gebruik mag maken van de verdiensten van de flying giraffe.

De eerste persoon waar ik naar toe ging, was een moeder haar zoon voelde zich niet zo lekker vandaag. Ze bleven nog even buiten staan, ik kwam erbij. Het voelt zo fijn om de tijd en ruimte te nemen om aandacht te geven aan de mensen die er zijn.
Daarna was het een collega, ze stond met vochtige ogen voor me, haar gelaat had een licht rode tint. We besloten een wandelingetje te maken door het zonovergoten herfstige park. Het versgemaaide losse gras plakte aan mijn 1 week oude wandelschoenen terwijl we een doorsteek maakten richting fietspad.

Eenmaal terug bij LIFE! waren er meerdere momenten waarop de jongsten hun woede en onmacht fysiek uitten. Door naast ze op de grond te komen zitten, lukte het me om ze rustig vragen te stellen, te parafraseren wat ik gehoord had en ze de ruimte te geven zelf een oplossing te bedenken. Wat me vorige week ook al opviel, is dat alleen luisteren naar wat de studenten te vertellen hadden, vaak al genoeg bleek te zijn. Meestal renden ze daarna meteen weg om verder te spelen.

Tegen het einde van de middag voelde ik een klopje op mijn schouder. Ik draaide me om en zag daar Guus staan, die zonder woorden een grijsharige man in zwarte jas aanwees die naast hem stond. De man begon meteen te praten. 'Hij klinkt geschrokken', concludeerde ik nadat ik doorhad hoe snel hij zijn woorden uitsprak. Er was een botsing geweest, midden op het fietspad. Guus had een verkeerde inschatting gemaakt en wilde er nog snel even voorlangs.

Twee collega's kwamen er meteen bij staan en één had aangeboden de man naar de eerste hulp te rijden, vanwege zijn schouder waar hij op gevallen was. De man herhaalde keer op keer dat hij niet kon begrijpen hoe Guus hem wel gezien had, maar niet gestopt was. Ik besloot met mijn aandacht bij Guus te blijven. Hij was aan tafel gaan zitten en had zijn gezicht begraven in zijn armen. Nadat ik mijn hand op zijn rug gelegd had, voelde ik het schokken van zijn lichaam.



Achteraf wist ik heel duidelijk wat de man had willen terughoren. Zijn onbegrip over hoe Guus toch nog over had gestoken, zat hem hoog. Meer nog dan de val op zich. Vlak voordat de man er weer vandoor ging, zei hij nog kort iets in de trent van;' Ik ben niet boos op jou maar alleen op dat wat je gedaan hebt'. Het was bedoeld als verzachtend voor Guus.
Of ik nou beter mijn aandacht aan de man had moeten geven in plaats van aan Guus, weet ik niet, maar dat er een innerlijke botsing in mij voelbaar was, weet ik wel. Ik kwam gewoon even oren te kort. En dat besef doet, hoe vreemd dat ook mag klinken, toch pijn.










Reacties