Lachen als de boer zonder kiespijn



Moet ik nou godverdomme de godganse dag gaan zitten glimlachen als een zaligverklaarde moeder Theresa? Was de benauwende gedachte die in mij opkwam toen ik vanochtend oplossingen zocht voor het feit dat mensen bang voor de blik in mijn ogen zijn. Bang wanneer ik aandachtig naar ze luister met mijn neutrale gezichtsuitdrukking.

"DAT GA IK DUS NIET DOEN!" sputterde ik uit, de bijna ongezonde tegenzin droop ervan af. 

En waarom zou ik dat eigenlijk niet doen, sprak een veel zachtere stem. De stem die vaak iets van een bizarre jeuk in mijn lichaam teweeg brengt. 

Tja waarom zou ik het glimlachexperiment niet uitvoeren?

Gewoon vaker dan ik neig te glimlachen naar de ander, mijn witte tanden laten schitteren, mijn ogen laten fonkelen, de ander op zijn/haar gemak stellen, het ijs laten smelten en de wolken laten verdwijnen. Waarom in godsnaam zou ik dat niet willen?

Omdat ik bang ben niet meer authentiek te zijn. Ik wil zo graag echt zijn, zelfs als dat de ander bang maakt, wat ik niet perse fijn vind, ik wil trouw zijn aan mezelf. Kan dat dan nog wel, vraag ik me af. Ik ben ook bang. Hou ik het wel vol? Heb ik bij de lezers van dit blog een paar slapende honden wakker gemaakt? (inderdaad die Yashodara kan wel heel ernstig kijken...)

Maar ik ben ook benieuwd, misschien voel ik mezelf vaker vrolijk en liefdevol als ik wel glimlach naar de ander terwijl ik luister zelfs als dat niet meteen de impuls is die ik voel. Het is de moeite van het experimenteren waard. 

Je hoort het al, dag 1 van deze glimlachchallenge is gestart.

Ahee!

Reacties