De teugels in handen

Hoe begroet je iemand die je voor het eerst ziet, maar waarvan je weet dat je elkaar nog regelmatig zal zien? Voor mij hangt het af van de eerste indruk. Vind ik iemand er warm uit zien, warm als in veilig, dan krijgt de persoon in kwestie een omhelzing. Ziet de persoon er zakelijk of laat ik zeggen, afstandelijk uit, dan krijgt hij/zij een hand. 

En nu komt het, ben ik een beetje bang voor de persoon omdat hij/zij er stoer, robuust of 'van de straat' uitziet, dan krijgt de persoon ook een stevige omhelzing.
En dat laatste dat werkt als een tiet. Net alsof ik dan ontdooi en dat daarmee mijn vooroordeel verdwijnt. Kennelijk durf ik dat wel met de wat stoerdere types en niet met de zakelijke personen.


Soms kondig ik aan dat ik iemand wil omhelzen, dat klinkt dat als volgt:' Mag ik je zo even vasthouden?'

Jaren geleden, ik was net gescheiden, liep ik op vrijersvoeten. Op het beste soulfeest ever, in de Silo natuurlijk, draaide een d.j. met een immense afro de extended version van James Browns Hotpants en zag ik vanaf de dansvloer een glimlachende Jean Baptist toekijken. Een eindeloos verlangen naar deze lust voor het oog, brak aan.

Op een avond, ik had mezelf soort van uitgenodigd bij hem thuis, wilde ik woorden geven aan wat ik voor hem voelde. Dat was met name een zeer sterke fysieke aantrekkingskracht. Ik wilde hem gewoon, hier en nu, zoenen, kleren uit en van Jetje zeg maar. Jean Baptist bleek van een ander caliber dan wat ik gewend was. Tot dan toe had ik mannen regelmatig van me af moeten houden, zij liepen te hard van stapel, een enorme turn off. Nu daar in zijn keurig opgeruimde éénkamerwoning hartje Jordaan, waren de rollen voor het eerst omgedraaid. Wat een verschrikking. 

Zoenen wilde hij nog wel, maar verder ging zijn verlangen niet. We sliepen wel in hetzelfde bed en de volgende ochtend nadat ik me aangekleed had en hem gedag zoende, kwam het hoge woord eruit. 'We hebben nog niet eens hand in hand gelopen en jij wil al meer'. 

Totaal perplex verliet ik zijn huis en fietste weg. Eenmaal thuis maalden de woorden nog door mijn hoofd. Het klopte eigenlijk wel wat hij gezegd had, we hadden inderdaad geen verliefde momenten samen beleefd. Ik voelde daar het geduld niet voor. Al maanden verlangde ik ernaar deze jongeman te beminnen, maar mijn plannen omdat te realiseren liepen steeds anders dan ik hoopte.

Een paar jaar later werd ik gevraagd om te figureren in een drieluik over vreemdgaan. Niet mijn gezicht zou in beeld komen, maar mijn handen. Bewust koos ik ervoor bepaalde sierraden te dragen en de tatoeage op mijn pols bleef onbedekt. De scene die we speelden, ging over vier personen die aan tafel zaten te eten. Zodra twee de tafel zouden verlaten, zochten de handen van de overgebleven personages elkaar op. Vingers die in elkaar haakten, voorzichtig aan elkaar trokken, rondjes om elkaar draaiden, dit alles totdat de anderen weer arriveerden en de handen snel toevlucht  zouden zoeken tot de gevulde glazen met drank.




Zodra ik van de regisseur hoorde wat de bedoeling was, dacht ik terug aan de ochtend bij Jean Baptist. Elkaars hand vasthouden en weer loslaten, met elkaars vingers spelen. Inderdaad er bestaat geen spannender voorspel dat laat zien en voelen hoe groot een verlangen naar elkaar kan zijn, dan het spel van de handen.

Reacties