Zo stil had ik haar nog nooit gezien

Vandaag mocht ik 1 dag chillen met hele oude mensen in de huissoos van een verzorgingshuis voor bejaarden. Ik keek mijn ogen uit. Eerst maakte ik kennis met Jannie, ze zat in haar blauwe fleece hes naast de receptie waar ik me om half tien moest melden. Er werd thee voor me gehaald terwijl ik bij Jannie kwam zitten. Ik vroeg haar, zoals ik dat de rest van de dag aan elke bewonder die ik sprak zou vragen, of ze uit Amsterdam kwam. 'Ik ben in de Willemsstraat geboren, maar heb later achter het raam op de Zeedijk gewerkt', vertelde ze met een Amsterdamse tongval. 'Heel veel drank en tabak, maar nu ben ik gestopt, onze lieve heer heb me gehollepe'. Ik wilde weten of ze dat op de nonnenschool geleerd had, met slechts een knikje beaamde ze mijn vermoeden.

In het restaurant, dat ook de huissoos genoemd werd, ontmoette ik mevrouw Newton. Ik moest heel dicht bij haar komen zitten, anders kon ik haar schorre stem niet verstaan. Ze sprak met veel handgebaren waarbij ze steeds weer naar haar keel wees om duidelijk te maken dat ze moeite had met slikken en praten. Op haar gebit zag ik stukjes koek en op haar kin zat een druppel speeksel. Na een paar minuten pakte ze mijn hand en gaf er een kusje op, een grote glimlach kwam mijn kant op. Het lukte mij niet om de neiging stiekem te controleren of mijn hand nog droog was, te onderdrukken.
Ook zij had in Amsterdam gewoond, aan de Elandsgracht:'Bij het Johnny standbeeld', zei ze nadat ze een slokje van haar vermoedelijk koude cappuccino genomen had. Plotsklaps veranderde haar gemoedstoestand en leek ik een paniek of schrik waar te nemen. 'Mijn zoon, piepte ze, rookte hasjiesj', met haar hand hield ze een denkbeeldig joint voor haar getuite lippen, 'foute vrienden, toen is hij naar beneden gesprongen vanaf het balkon, ik zag het vanaf mijn huis. Dood', sprak ze schor. Met haar rechterhand maakte ze een gebaar dat leek op het doorsnijden van haar eigen keel. In haar rood geworden ogen zag ik tranen glinsteren, een paar keer snikte ze met geluid. Vervolgens startte ze weer over haar keel en dat slikken en praten zo moeilijk ging. Ik maakte oogcontact en deed mijn best te laten merken dat ik haar hoorde en haar frustratie begreep.

Ondertussen werd een man zonder gebit binnen gereden. Hij zat wat onderuit gezakt in zijn rolstoel. De vrouw van de koffie zette meteen een koffie voor zijn neus met op het schoteltje, net zoals ik bij mevrouw Newton gezien had, 3 koekjes.
Nadat ik even gewoon zat. keek en luisterde, kwam mevrouw Van Dinteren de soos binnen lopen. Om haar schouders een grote rode stola, haar donker grijze haar in een knot, aan haar armen rinkelende armbanden. 'Ai caramba', riep ze luider dan nodig was, terwijl ze mij aankeek. 'Hablas Español?'
'Si hablo', antwoordde ik terwijl ik op de lege stoel naast de hare ging zitten. Mevrouw Van Dinteren, vertelde waarom ze ook Spaans sprak. Met haar man en kinderen had ze 30 jaar in Argentië gewoond, 'Nee niet in Buenos Aires,lieve schat mocht je ooit die kant opgaan, blijf er dan kilometers uit de buurrrrt, die stad is gevaarrrrrlijk', verklaarde ze als was ik haar kleinkind dat op het punt staat voor het eerst de wereld in te trekken'. De rollende r hield ze extra lang aan gevolgd door een zoveelste;'Bueno, bueno...'

Na zo geluisterd te hebben, was het tijd voor de lunch. Aan de tafel waar ik zat was een stille vrouw komen zitten. Haar gezicht was wit door make-up, haar lippen gestift. Mevrouw Van Dinteren vroeg mij of ik deze dame kende, ze noemde haar naam. 'Wij woonden in Argentië toen zij bekend was, ik ken haar niet, maar ze was een actrice, een zangeres'. Nadat even opzij keek, herkende ik toch de stille dame. Zo stil had ik haar nog nooit gezien.



Na de lunch liep ik met Annemiek mee langs de kamers van de bewoners om te zorgen dat de ijskasten weer gevuld werden. Hier en daar werd ik gewezen op oud geworden BN'ers.
Aan het einde van deze indrukwekkende dag, kon ik helaas concluderen dat;'Wat je ook bereikt in je leven, hoe bijzonder of oneerbaar je carrière ook was, uiteindelijk eindigt elk hoogbejaard persoon, zwijgend of kakelend tussen leeftijdgenoten en doet wat je vroeger gedaan hebt er feitelijk niet meer toe.

Reacties