Een klok telt af
Een geurmelange van tabaksrook, uitlaatgassen en een kaascroissant
met af en toe in de verte de zilte lucht van zeewater bereikt mijn neus
De pont vaart zacht tegen de kade aan, een oudere man herpakt zich, een alarm gaat af
De klep komt naar beneden, scooters worden gestart
Een golf mensen zet voet aan wal
Het krioelt,
uit alle hoeken en gaten komen belangstellenden
tevoorschijn
Een klok telt af
boven in een hokje zit de bestuurder in uniform
alle plekken worden opgevuld
het past precies in elkaar als ik mijn fietsstuur scheef hou
Een pieptoon met knipperlicht verraadt wat komen gaat
de motor wordt gestart,
de pont vaart het IJ op.
De zon prikt onverwachts in mijn ogen
Een meeuw zweeft met ons mee
Scholieren leunen met hun armen op de sturen van hun fietsen
Sommigen eten, anderen staren naar hun telefoon
ik wil ze vragen stellen maar blijf stil.
Dan de zachte schok
en de ongepaste opluchting
Een grote groep toekomstige reizigers wacht ons op
Ik hoop op herkenning maar vermoed slaperigheid
Blijdschap noch irritatie is af te lezen van de onbekende gezichten
Ik fiets tegen de stroom in, recht op mijn doel af
Amsterdam Noord tegemoet
Reacties
Een reactie posten