Op mijn plek

Een klein uurtje voor het einde van de kindermiddag, wandelde ik met mijn grote kinderwagen het hobbelige terrein De Valreep op. Ik had voor deze aangelegenheid even extra de tijd genomen om mijn outfit bij elkaar te rapen. Het moest er natuurlijk wel een beetje uitzien alsof ik er altijd zo nonchalant bijloop. Onderweg was ik Marian tegengekomen. Ze liep op blote voeten, waardoor ik zeker wist dat zij naar de zelfde happening op weg was. Toch vroeg ik haar of ik de goede kant opliep.In haar hand zag ik een bakje waar rode en blauwe bessen in lagen. Ze stopte, glimlachte naar Dakini en zei dat we samen konden gaan.


Het eerste wat ik zag was een jongeman van een jaar of 30 die aan het boksen was. Hij droeg geen handschoenen, maar stond in een zwart t-shirt en idem broek met gebalde vuisten in de ruimte voor hem te stoten alsof hij zo meteen de ring in moest gaan. Schuin achter hem zaten 5 Spaanssprekende jongens met allemaal lange dreadlocks. Eén van de 5 draaide zich naar mij om en zei iets over de kinderwagen of Dakini d'r mutsje of allebei. Hij lachte en knikte met zijn hoofd alsof hij mij welkom heette. Ik zag 3 mensen hoelahoepen. Eén hield het minutenlang vol, de andere twee raapten om de beurt hun hoepel van de grond om het vervolgens opnieuw te proberen. In een hoekje zag ik een luchtkussen, twee hangmatten en wat stoepkrijt. Ik zette Dakini op de grond en gaf haar een stuk krijt. Ze sabbelde er een beetje op terwijl ik begon aan een tekening op de tegels. Er renden wat jongetjes rond het luchtkasteeltje, één meisje schommelde op een heel smalle hangmat, één zat met een flesje bellenblaas op een door de zon verkleurde zitzak en achter ons ontdekte Dakini een hond.


Na een tijdje hoorde ik de aankondiging van de bokswedstrijd. Ook begon een dj te draaien en verscheen op Dakini's gezicht eerst een frons gevolgd door een grote grijns. Ik tilde haar op en liep naar de andere kant waar wat kleding lag. Het was om te ruilen, maar ik had niks meegenomen. Even kwam er een gedachte bij me op om het rokje wat ik aanhad in te leveren in ruil voor een blauw- en zilverkleurige jurk. Naast mij hoorde ik twee meiden lachen naar Dakini. Eén van de twee had rode glitters op haar linker jukbeen. De ander vroeg of ze iets op de wangetjes van mijn dochtertje mocht tekenen. Ik ging tegenover haar zitten en hield Dakini vast. Weer zag ik dat ze haar wenkbrauwen samenkneep. Met haar handje duwde ze de penseel die richting haar wang bewoog weg. 'Het hoeft niet hoor', zei het meisje terwijl ze de penseel terug legde op het palet. Achter haar zag ik 2 jongens elkaar stoten uitdelen. Het zag er een beetje uit alsof ze voor het eerst in hun leven in een ring stonden. Deze ring was niet meer dan een vierkant afgezet met een crèmekleurig touw op een ondergrond van stukjes hout. Om de ring heen zaten voornamelijk mannen die hard spraken en lachten. Ik zag een vrouw met een geblondeerde pony die foto's maakte van de wedstrijd.


Terug bij de zitzak en hangmatten ving ik een gesprek op tussen twee jongens die van plan waren om naar Nijmegen te rijden waar een ander feestje zou starten. Ik had geen zin meer om rond te lopen. Ondanks de vele vriendelijke gezichten, wist ik dat dit niet mijn plek is. Het is een gepasseerd station. Met een licht gevoel van teleurstelling besloot ik het feestje te verlaten. Nadat ik Dakini in de wagen gezet had, en het terrein afliep, ontdekte ik een sluiproute waardoor ik binnen een mum van tijd weer in de drukke straat liep. In de verte hoorde ik nog wat flarden van de muziek. Op weg naar park Frankendael belde ik mijn lief om ook naar de speeltuin te komen. Op Dakini's gezicht verscheen een grote glimlach zodra ze doorkreeg dat we naar het park liepen. Geen dj, geen glitters op jukbeenderen, maar achter de heg zag ik wel een vrouw met een hoelahoep. Ze deed haar best maar hield het slechts enkele seconden vol. Even voelde ik de drang om haar op 'De Valreep' te attenderen, maar iets in me zei dat ook zij zich daar waarschijnlijk niet op d'r plek zou voelen.

Reacties