Mijn Amsterdam

Restaurant
Ibis aan de Amstel is een eetcafé waar je Ethiopisch kan eten. Ik bestel altijd hetzelfde gerecht met vis en ben een groot fan van de gele linzen. Je krijgt er altijd heel veel te eten en de muziek is prachtig. Het is betaalbaar en het personeel is buitengewoon vriendelijk.


Uitgaan
Gemiddeld één keer per jaar beland ik toevallig via de gastenlijst op een festival op het NDSM terrein. Echt uitgaan om dronken te worden of om de hele avond te dansen en uit mijn dak te gaan, heb ik sinds de geboorte van mijn dochter niet meer gedaan. Het absurde is dat ik dat geeneens mis. Hoewel... dansen is heerlijk, en uit je dak gaan al helemaal, maar ik ben ontzettend kieskeurig geworden over muziek. Het soort muziek dat ik lekker vind om op te dansen, trekt publiek aan waar ik niks meer mee heb. De vriendinnen die ik mee zou willen nemen om te gaan dansen houden geen van allen van dat soort muziek. De jaren dat ik veel uitging en uit mijn dak ging, gebruikte ik daarbij veel alcohol of pretsigaretjes en die tijd ligt ook ver achter mij.


Museum
Elk jaar trakteer ik mijzelf op een museumjaarkaart van de kerstbonus van mijn werk. Het nare is dat ik er dit jaar zo weinig gebruik van maak, dat het woord museum een soort stroomschok produceert wanneer ik het uitspreek. Ik doe niets liever dan overdag door een museum slenteren. Vooral oude foto's en filmpjes doen het goed maar schilderijen uit het Impressionistische tijdperk spreken ook tot mijn verbeelding. Met mijn ouders ben ik met enig regelmaat naar exposities geweest toen mijn dochter net geboren was. Mijn vader kon ook zo ongeremd genieten van kunst, heel aanstekelijk was dat.

Favoriet vervoersmiddel
Wanneer ik op de dagen dat ik niet voor de klas sta met mijn dochter de deur uit ga, kijk ik altijd goed wat de weersverwachtingen zijn. In de sneeuw of wanneer het glad is, fiets ik niet met haar. In de regen alleen als ik blut ben of geen tijd heb om op de tram of bus te wachten. Oftewel fietsen is heerlijk in de lente en zomer en de tram is prima wanneer het rotweer is. De blonde conductrice op leeftijd, met mooi gelakte nagels uit tram 9, begroet me altijd zo vrolijk en dan praten we even. Dat vind ik zo leuk aan Amsterdam die praatjes met Jan en alleman.

Mijn buurt
Ik woon deze zomer al 9 jaar in de Watergraafsmeer. Ontzettend lang als je het zo hoort. Het is een buurt met veel jaren 30 woningen, oude bomen, brede trottoirs en speeltuinen. Perfect voor mijn gezin dat voor een deel uit hangjongeren en peuters bestaat. Toch zou ik het niet zo snel: Mijn Buurt noemen, gek genoeg. Onder Mijn Buurt versta ik eigenlijk de buurt waar ik het liefste ben en dat blijft toch echt de oude binnenstad met de prachtige grachten en mooie pleintjes. Wanneer ik door de Nieuwmarktbuurt loop of fiets, krijg ik altijd spontaan vlinders in mijn buik. Dan denk ik, "Amsterdam, ik hou van je.



Standbeeld
'De Schreeuw' van Jeroen Henneman in het Oosterpark. Het is gemaakt naar aanleiding van de dood op Theo van Gogh. Ik vind het prachtig en droevig tegelijk. Het klopt gewoon helemaal. Elke keer dat ik erlangs fiets, krijg ik kippenvel.

Favoriete modewinkel
Kleding passen vind ik een ramp, ik heb er geen geduld voor. Geld besteden aan kleding die naar 1 keer wassen er uit ziet alsof je het al 30 jaar draagt, vind ik zonde van mijn geld. Ik koop de laatste tijd steeds vaker tweedehands. Wel goede merken maar voor weinig geld. De Budget Store aan de Middenweg, Winnie aan de Haarlemmerstraat en wat winkeltjes in de Nieuwe Hoogstraat. Shoppen is geen hobby van mij, mijn kleding kast is opvallend leeg.

Mijn kapper
Het was tot een maand geleden de Kinki Kapper in de Utrechtsestraat. Ik had daar geen vaste kapper hoewel mijn voorkeur ging uit naar Tjeerd, niet alleen vanwege zijn knipkunsten. Hij is een bescheiden mooie jongeman die durft te experimenteren wanneer hij knipt. Vaak merk ik dat kappers wat terughoudend zijn wanneer ik zeg; doe maar wat korter/asymmetrischer/wilder et cetera maar Tjeerd deed het altijd voordat ik er op aan moest dringen. Vorige maand ging ik voor het eerst naar de Kinki bij mij in de buurt. Het meisje dat mij knipte had ook last van terughoudendheid. Jammer vind ik dat wanneer de kapperszaak waar je werkt: ‘Kinki’ heet.

Mooiste brug
Dat is de brug tussen de Blauwburgwal en de Herenstraat. Vanaf die brug kan je H88 zien, het pand waar mijn ouders jarenlang gewoond hebben. Wanneer ik op die brug liep, waren mijn ogen altijd op de ramen van dat pand gericht. Ik probeerde dan van een afstand te zien of ze, mijn ouders, thuis waren. Hoewel ik de sleutel had, vond ik hun aanwezigheid altijd een dikke plus. Helaas verhuisden mijn ouders naar Driebergen en kom ik eigenlijk nooit meer in die buurt. Maar zodra ik op die brug fiets, gaan mijn ogen automatisch naar H88 en dat zal altijd zo blijven.

Dit kan beter
Amsterdam is de stad voor fietsers maar regelmatig zoek ik me een mikmak naar een lege plek in een fietsenrek. Er moeten absoluut meer fietsenrekken komen. Bij de stations (Amstel en Centraal) staan grote waarschuwingsborden met de tekst dat je fiets meegenomen zal worden wanneer je hem buiten de rekken plaatst. Ik word daar altijd een beetje gestrest van, want 1 dag zonder fiets is een ramp. Vervolgens mis ik mijn trein terwijl ik opzoek ga naar een geoorloofde plek voor mijn fiets.

Een avondje stappen met
Wim T. Schippers is de grappigste persoon van Amsterdam. Ooit zag ik hem straal bezopen door de Nes zwalken, zelfs toen zag dat er nog grappig uit. Ik vraag me dan wel af of hij serieus zou zijn tijdens ons avondje uit of dat hij constant in beeldspraak spreekt en zijn wenkbrauwen omhoog trekt. Ik hoop het laatste.

Favoriete Amsterdammer
Dat is mijn liefje Patrick. Ik noem hem altijd Jantje Beton omdat hij opgroeide in de stad in een huis zonder tuin. Als kind ging ik, wonend in de Achterhoek dicht bij bos en weilanden, langs de deuren om kinderpostzegels te verkopen voor Stichting Jantje Beton, de kinderen uit de grote stad. Daar plaag ik Patrick altijd mee. Patrick heeft een eigen zaak in Amsterdam-Zuid en moet daarom vaak met de auto door de stad rijden. Ik heb pas sinds 2008 mijn rijbewijs en als ik ergens midden in de stad moet zijn met de auto, breekt het zweet me uit. Ik bel dan Patrick altijd even en hij weet me dan haarfijn uit te leggen hoe ik, met mijn rijstijl, zo snel mogelijk op de plaats van bestemming kan zijn. Patrick heeft zijn hele leven in Amsterdam gewoond, is fan van Ajax en wantrouwt Rotterdammers. Ik krijg hem met geen bulldozer Amsterdam uit om buiten de stad te gaan wonen. Ik heb me er maar bij neer gelegd, er zijn ergere dingen denk ik dan.

Eerste keer in Amsterdam
Volgens mij was ik 11 jaar. We zijn toen een donderdag in de vakantie naar Amsterdam gegaan. Mijn ouders, zussen, opa en tante. Het was een groot gezelschap. Ik zie ons nog aankomen op het plein voor het centraal station. Al die mensen die voor ons uitliepen of die ons tegemoet kwamen, ik vond het heel indrukwekkend. Als snel bedacht ik dat ik vaker in Amsterdam, de hoofdstad, wilde zijn. Wanneer ik in de zomervakantie kinderen van mijn leeftijd ontmoette die uit Amsterdam kwamen, ontwikkelde zich bij mij automatisch een soort adoratie en aantrekkingskracht naar hen. In Amsterdam wonen leek mij simpel gezegd; Het summum. Nu dat ik hier zelf al jaren woon, sinds 1990, kan ik die adoratie en aantrekkingskracht hebben voor mensen die het in hun hoofd hebben gehaald om met een grote grijns op hun smoelwerk in het bos of bij de zee te gaan wonen. Heerlijk lijkt me dat.

Amsterdam voor kinderen
Al mijn kinderen zijn in Amsterdam geboren. De oudste 2 begrijpen werkelijk niet waarom iemand vrijwillig buiten de stad zou gaan wonen. Voordat ik met Patrick samen ging wonen in de Watergraafsmeer, woonde ik in Oud-West de Kinderbuurt. Het was een gehorige bovenwoning en mijn 2 jongens moest ik vaak tot stilte manen, wat ik vervelend vond. Dat mijn zonen hun energie kwijt moesten en dat het liefst in de buitenlucht moest gebeuren, nam ik heel serieus. In de zomers verbleven we hele dagen in het Vondelpark. Ik kookte dan snel een pan eten en nam die mee zodat mijn jongens op het grasveld, tussen het spelen door, toch een gezonde maaltijd zouden eten. In de wintermaanden gingen we ontzettend vaak naar De Mirandabad met gesmeerde broodjes en de zaterdagkrant. Wanneer ik naar de wasserette moest, gingen de boys ook mee met een voetbal. Ik liep dan tussendoor een paar keer van het speelplein naar de wasmachines om de boel te vullen of leeg te halen. Nu woon ik tegenover een supergrote speeltuin die ik wekelijks bezoek. Met mijn dochter ga ik als het regent naar de Speelotheek en de centrale bieb voor het contact met leeftijdgenootjes. Deze zomer stonden we 8 weken op een camping in Bloemendaal aan zee. Het grappige was dat mijn dochter ondanks dat ze het heerlijk vond, af en toe zei: Gaan we naar Amsterdam?’ Het zit er al vroeg in de liefde voor de stad, denk ik dan.

Mooiste herinnering
Dat zijn de eerste ontmoetingen met de vaders van mijn kinderen. Zonder die ontmoetingen, die alle 3 in Amsterdam plaatsvonden, waren mijn kinderen er niet geweest. De vader van Angel ontmoette in een buurtcafé 2 straten verderop van waar ik woonde in Oud-West. De vader van Luna ontmoette ik in een kraakpand in de Halvemaansteeg. Patrick ontmoette ik op mijn vorige werk aan de nieuwe Herengracht. Het bizarre is wel dat de werkelijke vonk tussen Patrick en mij pas oversloeg in de trein van Utrecht naar Amsterdam.





Reacties